Markttrend: groepshuisvesting de toekomst voor zeugen

Sector
5 november 2021

De zeugenstal van de toekomst heeft alleen groepshuisvesting. Nieuwe stalconcepten gaan echter uit van een mix (groepen en individuele hokken). Is het daarom nog te vroeg om over te schakelen?

roxell-office-belgium-maldegem-ludo-bosschaerts-product-manager

Extra aandacht voor dierenwelzijn is een blijver die alleen maar aan belang wint. Dit topic beroert grote delen van de samenleving. Jazeker, er zijn nog regionale verschillen. Maar overal ter wereld zetten actiegroepen, politieke partijen, werkgroepen, universiteiten, enz. zaken in beweging. Voor dit trendartikel analyseert Ludo – Product Manager varkens – wat er zal veranderen in zeugenstallen

Download PDF

De Europese Unie (EU) is wereldwijd een grote voortrekker qua dierenwelzijn voor hoevedieren. De 5 vrijheden die de Britse Animal Welfare Council ooit vastlegde, zijn nog altijd het vertrekpunt voor regelgeving. Eén van die vrijheden ‘dieren moeten hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen’, krijgt steeds meer aandacht. Het natuurlijk gedrag van zeugen wordt gestimuleerd door in groep te leven. Daarom voerde de EU in 2013 al een verplichting in om drachtige zeugen in groepshuisvesting te houden. En die verplichting ligt nu ook op tafel voor kraam- en inseminatiehokken. Dit zal hoe dan ook een enorme impact hebben op de zeugenhuisvesting van ‘morgen’. Een overzicht:

sows-poultry-equipment
piglets-poultry-equipment

Groepshuisvesting in drachtstal als voorbeeld

In de EU moeten sinds 2013 zeugen die meer dan 28 dagen drachtig zijn in groepshuisvesting leven. Een vrij recente regel die binnenkort verder aanscherpt wordt want onlangs kwam de EU overeen om het einde van ‘het kooitijdperk’ in te luiden. Het doel is om vanaf 2027 het houden van pluimvee, varkens, kalveren en konijnen in kooien te verbieden. Hoe die wet eruit zal zien en hoe lang de overgangsperiodes zullen zijn, is nu voer voor discussie. Zeker is dat het kraam- en inseminatiehok van de zeug onder de noemer ‘kooi’ valt. 

Maar het zijn niet alleen landen of regio’s die actie ondernemen. Buiten Europa zijn het vaak grote retailers en voedingsconcerns die zich engageren voor ‘meer dierenwelzijn’ omdat de samenleving en consument dat van hen verwacht. Ik geef 3 voorbeelden. Een van de grootste Braziliaanse retailers Carrefour Brazilië verwacht van haar leveranciers dat drachtige zeugen na 28 dagen naar groepshuisvesting verhuizen. In Thailand zet Charoen Pokphand Foods (CPF) de toon met een dierenwelzijn-charter waarin 1 van de 5 voorwaarden is: vrijheid om natuurlijk gedrag te tonen. Dieren moeten de vrijheid hebben om te bewegen en dit is een regel voor alle veeteeltbedrijven in de CFP-holding. Ook de verplichte groepshuisvesting van zeugen in de drachtstal staat beschreven in dat charter. In de VS zet Tyson Foods nieuwe programma’s op om het welzijn van haar dieren naar een volgend niveau te brengen; zowel qua gedrag als mentale gezondheid.

Gevolgen voor individuele hokken

In welke richting gaat de huisvesting voor zeugen? Duitsland publiceerde in juli 2020 al nieuwe richtlijnen voor de kraam- en inseminatiestal. En die zijn waarschijnlijk een goede graadmeter voor de toekomstige EU-regels:

pigs-belgium-joost-beel
  • De individuele inseminatiehokken voor zeugen moeten verdwijnen tegen 2028. In de nieuwe groepshuisvesting moet er per zeug minimaal 5 m² zijn.
  • Een verblijf in een individueel kraamhok zal gelimiteerd zijn tot 5 dagen. De afmeting van het kraamhok is vastgelegd op minimaal 6,5 m².
  • Binnen de 3 jaar na het ingaan van de wet zullen zeugenhouders hun verbouwingsplannen moeten voorleggen. Vervolgens moet na 2 jaar de bouwvergunning aangevraagd zijn.
  • Varkenshouders die beslissen om hun activiteit te stoppen, zullen dit schriftelijk moeten melden. Zij kunnen dan nog een paar jaar doorwerken zonder die extra investeringen.

Een uitspraak van een hooggerechtshof in Nieuw-Zeeland zegt dat individuele kraamhokken in strijd zijn met de Animal Welfare Act. Ook daar zal het landbouwministerie op zoek moeten naar alternatieven voor de helft van Nieuw-Zeelandse zeugenhouders. Want de meeste varkenshouders gebruiken kraamhokken met de beste bedoelingen: het is een heel effectieve manier om te vermijden dat de zeug onmoedwillig op haar biggen gaat liggen.

Is tijdelijk ophokken de oplossing?

Ik beantwoord die vraag op het einde van dit hoofdstuk. Maar eerst dit: het spreekt voor zich dat er ondertussen her en der commerciële oplossingen voor ‘nieuwe’ groepshuisvesting uit de grond schieten. Maar, die vertrekken nog steeds van het traditionele kraamhok waarbij de zeug na 5 à 7 dagen een zekere vrijheid krijgt. Vrij rondlopen buiten het kraamhok is nog een grote uitzondering.

sows-pig-equipment

Als u 100% voor vrije groepshuisvesting gaat – voor en na het werpen én tijdens de lactatieperiode – dan moet een stal er helemaal anders uitzien. Akkoord, die tussenoplossing met tijdelijke hokken ziet er aantrekkelijk uit. Die eerste dagen na de geboorte verhindert de boer namelijk dat de biggen onder de zeug komen te liggen. Maar onderzoek heeft aangetoond dat tijdelijke, individuele huisvesting dezelfde welzijnsproblemen veroorzaakt als het kraamhok van vandaag. Waarom? Wel, door een zeug tijdelijk op te hokken verhinder je haar een ‘nest’ te maken. Het ligt nochtans in haar natuur om dat te doen. Het feit dat ze dat niet kan doen, verstoort de automatisch aanmaak van moederhormonen. Onderzoekers zien zelfs het stresshormoon pieken. Ook tijdelijk, kort ophokken heeft dus een negatieve impact op het werpproces en het moederinstinct van de zeug.

Daarom is het antwoord op de vraag ‘is tijdelijk ophokken de oplossing?’: waarschijnlijk niet. Bovendien moeten we ermee rekening houden dat de samenleving ook tijdelijk ophokken ervaart als ‘nog steeds niet goed voor het welzijn van de zeug’. Deskundigen maken de vergelijking met de leghennensector in de EU. Toen legbatterijen verboden werden, investeerden veel pluimveehouders in verrijkte kooien. Maar we zijn nu 9 jaar later en er is een wet die alle kooiprincipes doet verdwijnen. De inzichten in dierenwelzijn zijn in volle evolutie. Kan je het risico nemen om te investeren in tussenoplossingen? Een vraag waar de varkenshouder vandaag zeker wakker van ligt. Daarom eindig ik mijn analyse met een oproep.

sows-poultry-equipment
sows-poultry-equipment

Groepshuisvesting voor zeugen – de conclusie

Om een zeugenhouder de juiste, toekomstgerichte investering te laten maken, is er meer onderzoek nodig. Ik doe graag een oproep aan alle onderzoeksinstellingen die met varkens bezig zijn om meer data en inzichten te verzamelen. Denk maar aan het halen van de emissienormen met nieuwe stalconcepten. Ook regeringen moeten voldoende ver kijken en een visie ontwikkelen die de varkenshouder toekomst geeft. Zowel qua investeringen, steunmaatregelingen als vergunningen én met haalbare overgangsperiodes. Want meer groepshuisvesting vraagt meer ruimte waardoor er voor dezelfde capaciteit waarschijnlijk meer kraamstallen nodig zijn… Vergeet niet dat de kraamstal nu al de duurste afdeling van een varkensbedrijf is.

Tenslotte, niemand is tegen meer dierenwelzijn maar de extra investeringen om over te schakelen op groepshuisvesting zijn groot. De sector moet in de winkelrekken het prijsverschil écht wel kunnen doorrekenen. Daarom is eerlijke concurrentie met vlees dat niet geproduceerd is met dezelfde dierenwelzijnsregels een must. Want dat is een minimumvereiste om rendement uit deze zware investeringen te halen. 

Lees ook de andere trendartikels van Roxells Product Managers: